Code geel en oranje snaveltjes - Reisverslag uit Patreksfjörður, IJsland van Simone Vogel - WaarBenJij.nu Code geel en oranje snaveltjes - Reisverslag uit Patreksfjörður, IJsland van Simone Vogel - WaarBenJij.nu

Code geel en oranje snaveltjes

Door: Harald

Blijf op de hoogte en volg Simone

26 Mei 2023 | IJsland, Patreksfjörður

18-05

Een lekker nachtje slapen heeft ons weer opgeladen voor een nieuwe dag in de fjorden. We maken eerst een gangetje naar de winkel voor wat boodschappen en gaan daarna op weg.

Vandaag staat er een mooie wandeling op de planning op de berg Hestur. Deze berg is toonaangevend in de panorama’s van de omgeving als hoogste herkenningspunt. Het weer zit ons nog steeds redelijk mee. Het miezert af en toe een beetje, maar echt nat worden we er niet van.

We wandelen door het grasland op de flank van de berg, eerst richting de waterlijn, later juist wat meer omhoog. De uitzichten zijn schitterend en overal om ons heen zijn kwetterende vogeltjes te horen. We zien enorme raven, snippen en Noordse sternen in overvloed met een constant achtergrondgeluid van uiteraard een stromende waterval. We wandelen rustig hoger de berg op en vinden een plekje om onze lekkere IJslandse boterhammen te verorberen, waarna we via een iets lagere weg weer teruglopen.

Als we op weg zijn richting de waterlijn sta ik plotseling als aan de grond genageld. Zo’n 50 meter voor ons steekt een donker beestje ineens zijn koppie nieuwsgierig boven het gras uit en bekijkt ons uitgebreid. Een poolvos! Wat iedereen voor onmogelijk hield is ons gelukt! En hij lijkt niet eens heel schuw, maar neemt de tijd om de bezoekers van zijn land gade te slaan.

Als ook Simone hem heeft gelokaliseerd en haar camera pakt vindt hij het welletjes en hupt hij rustig een paar meter door, kijkt nog een paar keer achterom en vervolgt zijn weg naar de kustlijn om een lekker watervogeltje te zoeken voor de lunch. Toch hebben we nog een paar mooie foto’s van hem kunnen maken. Wat een geluk!

We lopen nog een klein stukje richting dezelfde waterlijn, maar besluiten hem niet achterna te gaan zodat hij zich niet opgejaagd zou gaan voelen. Later horen we dat hij erg ontspannen moet zijn geweest onder onze aanwezigheid. Anders zou hij zijn gaan schreeuwen om zijn soortgenoten te waarschuwen.

Als we terug zijn waar we geparkeerd hebben, hebben we er een stevige wandeling door ruig terrein op zitten. Omdat we niet ver van de heerlijke chocolademelk en taart van Litlibær vandaan zijn besluiten we daar nog even langs te gaan. Daar staan er bij de voordeur veel mensen buiten. Hoewel, veel is een relatief begrip in een verlaten IJslands fjord, het zijn er een stuk of zes. Ze kijken richting het water en ze wijzen ons ergens op als we aan komen lopen. Er zwemt een bultrug in het fjord! Wat is dit voor geluksdag? Eerst de felbegeerde poolvos en nu ook nog een walvis! We kijken over het water en zien hem inderdaad een paar keer boven komen en een mist van water opspuiten. Na een paar minuten zwaait hij nog een keer met zijn staartvin en duikt onder. Dat is meestal het teken dat ze dieper onderduiken, en zo ook dit keer. We zien hem daarna niet meer. Ook als we na de break nog even de weg langs het fjord heen en weer rijden is er geen spoor meer van hem te bekennen. We besluiten dat dat niet erg is, onze dag is sowieso al geslaagd.

Omdat we de afgelopen twee dagen flinke afstanden in de auto hebben afgelegd, zijn we blij dat we vandaag een keertje in buurt kunnen blijven. We slapen nog een nachtje in Súðavík, waar Simone een heerlijk bad neemt. Welverdiend en goed voor de gekwetste rugspieren. Daarna eten we thuis IJslands lamssoep, doen een spelletje en houden het alweer bijtijds voor gezien.

19-05

Vandaag gaan we weer wat afstand afleggen, de zuidkant van de provincie is aan de beurt. We rijden eerst nog even iets door naar het westen, want bij Bolungarvíkdinge zou een mooi uitkijkpunt over het fjord en de kliffen moeten zijn. Helaas vinden we halverwege onze weg naar boven versperd. Niet toegankelijk buiten de zomer staat er. Dit zie je vaker in IJsland, zelfs in mei nog. Ook in deze tijd is het weer erg wisselvallig en kan het zomaar ineens weer gaan sneeuwen. Sommige wegen zijn alleen begaanbaar in juni, juli en met wat geluk augustus. Zo ook deze helaas.

Na een rondje door het dorp en een foto bij de vuurtoren vervolgen we onze weg naar het zuiden. Tot 2020 zou de route naar Flateyri ons zo’n drie uur hebben gekost over een zeer slecht begaanbare gravelweg. De komst van een tunnel verkort deze tijd tot 30 minuten. Helaas berooft dit ons ook van wat mooie uitzichten, want de weg wordt sinds de komst van de tunnel slecht onderhouden en is alleen nog met een terreinwagen af te leggen.

In Flateyri scoren we een kopje koffie en maken een rondje door het veel aangeraden oudste boekenwinkeltje ter wereld, maar vinden dit niet zo spannend. Ondertussen is de lucht dichtgetrokken en valt er soms een behoorlijke bak regen. We rijden naar de overkant van dit fjord en stoppen bij een mooi zandstrand met een piertje. De bedoeling is om hier een strandwandeling te maken, maar de regen pest ons terug de auto in. Het eerste natte pak is een feit, maar we kunnen er nog om lachen want het valt nog mee.. nu nog wel!

We slingeren ons een weg door de westkant van deze provincie en komen tot de conclusie dat de fjorden wel op elkaar lijken, maar toch ook elk weer net een beetje anders zijn. Dat maakt dat zelfs het tiende fjord niet saai is, want je bent toch elke keer benieuwd waarom het volgende fjord nu weer uniek is. Via een boterham met uitzicht in een baaitje en het dorpje Þingeyri vinden we onze weg naar de volgende stop: de Dynjandi-waterval.

Ja, weer een waterval. Wie onze blogs in 2019 las weet het, IJsland is het land van elke 5 kilometer een waterval. Van enorm en krachtig tot ministroompjes, we hebben er al talloze voorbij zien komen. De Dynjandi is wel een heel bijzondere, het is namelijk een zeventraps. De eerste zes die je tegenkomt tijdens je wandeling naar boven zijn eigenlijk allemaal losse watervallen, waarna de zevende de grootste en breedste van allen is.

De Dynjandi is 100 meter hoog. Bovenaan is hij 30 meter breed en naar beneden toe wordt hij nog eens dubbel zo breed. Simone heeft voor vertrek nog een aantal nieuwe filters voor haar camera gekocht die ze naar hartelust staat uit te proberen. We maken prachtige, wat kunstzinnige foto’s waarbij het vallende water een soort zijdeachtig effect geeft. Het lijkt wel ‘Het perfecte plaatje’.

We klimmen zelfs op een grote rots zo’n twintig meter hoger, vlak voor de waterval. Het levert opnieuw een nat pak, maar ook leuke plaatjes op.

Als we weer in de auto zitten om op te drogen rijden we richting de bestemming van vandaag; Patreksfjörður. De omstandigheden worden slechter en slechter en ook de weg werkt niet mee. Van deze ruim 90 kilometer is een deel onverhard en leidt over een pas. Het waait stevig en als we hoger komen houdt de neerslag het midden tussen regen, hagel en sneeuw, echt IJslands weer dus!

Als we aankomen in Patreksfjörður zoeken we een restaurantje op en eten heerlijke lokaal gevangen vis, terwijl de golven tegen, en soms over de kade slaan. We horen dat het niet gek is dat het een uitdagende dag is geweest, want er was en is code geel van kracht vanwege storm aan de westkust! Die storm zal in de loop van de volgende dag minder worden, is de voorspelling…

20-05

We worden wakker in ons heerlijke Guesthouse (Stekkaból, zeker een aanrader!) met de storm die nog steeds rond het huis raast. We besluiten kalm aan te ontbijten en pas na 12 uur op pad te gaan, om zo de storm kans te geven nog wat te luwen. Het heerlijke ontbijt geeft ook alle reden om daar eens goed van te genieten. Huisgemaakte wafels en brood, lekkere koffie en als pronkstuk lokaal gekweekte en gerookte zalm.

Als we in de middag op pad gaan zetten we koers naar Rauðisandur, een bijzonder en rood zandstrand, dat als een landtong zo’n tien kilometer voor de kust van het Breiðafjörður ligt. Onderweg remmen we nog even af bij een gestrand schip, die daar al zo’n veertig jaar ligt. Een bijzonder gezicht, met het prachtige fjord in de achtergrond.

Ook richting het strand hier is de weg uitdagend, want volledig onverhard en met hier en daar flinke kuilen. We zijn blij met onze stevige SUV, want met het Polo’tje dat we in 2019 huurden waren we niet vrolijk geworden van zoveel onverharde wegen. De uitzichten op de pas die we ervoor terugkrijgen zijn echter onbetaalbaar. Eenmaal aangekomen op het strand gaan we aan de wandel, hoewel het nog steeds flink waait. Als we nauwelijks onderweg zijn breken de hemelsluizen open en krijgen een flinke regen-/hagelbui op onze kop. We zijn net op tijd terug bij de auto om een volledig nat pak te voorkomen. We zitten de bui even uit, pakken ons nog wat dikker in en proberen het opnieuw. Dat gaat een minuut of tien goed, maar nog voordat we echt op het strand lopen doet ook de natuur een nieuwe poging ons weg te pesten. Opnieuw succesvol, want als verzopen katjes geven we het op en laten Rauðisandur voor wat het is.. het was best mooi vanuit de verte.

Terug in de auto wisselen we wat kleding die we in de ochtend gelukkig hebben meegenomen om deze reden. De schoenen gaan bij de voetverwarming op standje sauna om op te drogen. Omdat het inmiddels einde van de middag is en we zien dat de lucht westelijk van ons wat opklaart rijden we naar Látrabjarg. Als er fanatieke vogelaars onder de lezers van ons blog zijn weten ze vast wat dat betekent. Látrabjarg is het meest westelijke puntje van Europa (de Azoren door de vingers gezien) en daarnaast een broedplaats voor miljoenen vogels, waaronder de papegaaiduiker. Dit vrolijke en ietwat klunzige beestje is de nationale knuffelvogel van IJsland en een graag geportretteerd onderwerp.

Aangekomen op de kliffen waait het nog steeds stormachtig, maar is het gelukkig inderdaad droog. De code geel is nog steeds van kracht dus we doen enorm voorzichtig, want de afgronden zijn 400 meter diep. Achter die rand is niets anders dan de noordelijke Atlantische Oceaan.

Wat een enorme hoeveelheid vogels vliegen hier rond zeg! Jan-van-genten, zeekoeten, meeuwen, alken, snippen en ik kan nog wel even doorgaan. We lopen lang rond over de paden en langs de kliffen en genieten van het uitzicht en de vele vogels. Maar het ene vogeltje wat we willen spotten laat zich niet zien. Misschien stormt het te hard voor ze? De verhalen over Látrabjarg zijn dat ze, in de juiste tijd van het jaar (nu), met tientallen tegelijk op randen van de kliffen wandelen en af en aan vliegen naar hun nesten, net onder de randen van de afgrond. Dit doen ze vooral in de vroege ochtend en later, tegen het einde van de dag, maar niet vandaag dus. Ietwat gedesillusioneerd warmen we even op in de auto, en doen daarna nog een poging. Halverwege het pad naar boven zien we ineens een zwart-wit vogeltje met een oranje snaveltje de lucht in gaan en ploeteren om tegen de wind in te komen. Het is er eentje! We zien hoeveel moeite hij heeft om de wind te trotseren en hij fladdert werkelijk alle kanten op. Hij krijgt het toch voor elkaar een aantal keer heen en weer te vliegen richting open zee en weer terug naar het nest. Helaas voor ons geeft hij het na een paar keer op en keert terug naar zijn holletje in de rots. Hij heeft het dapper geprobeerd, maar wacht duidelijk wat beter weer af. Het is voor ons ook de laatste actie van een puffin, zoals ze in het Engels heten, die we vandaag zien.Morgenochtendvroeg gaan we maar een nieuwe poging doen voor deze kleine gevleugelde vrienden.

21-05

De wekker gaat vroeg, en toch is de zon allang op. Het seizoen dat het niet meer volledig donker wordt is al begonnen in IJsland, en het blijft heel vreemd om om pakweg middernacht naar buiten te kijken en slechts een lichte schemer te zien. We dachten te vroeg te zijn voor de midzomernacht, maar dit komt toch behoorlijk in de buurt. Gelukkig hebben al onze kamers goede verduistering, alsof ze er vaker mee te maken hebben hier…

Over de nieuwe poging naar Látrabjarg kan ik helaas kort zijn. Opnieuw lopen we zo’n anderhalf uur rond op de kliffen, maar we zien er geen enkele papegaaiduiker. Hoewel de storm behoorlijk is afgenomen laten ze zich niet zien. We liggen zelfs nog een paar keer op onze buik in het gras om over die enorm hoge rand te kijken of we ze ergens spotten, maar het is allemaal tevergeefs. We zullen toch nog elders ons geluk moeten gaan beproeven en dat vinden we best wel jammer. We rijden terug naar het guesthouse waar de gastheer speciaal voor ons het ontbijt nog even heeft laten staan. Hij leeft met ons mee en zegt nog nooit gasten te hebben gehad die twee keer pech hadden op Látrabjarg. Het lekkere eten verzacht de teleurstelling een klein beetje.

Vanavondom 18:00 uurgaat onze ferry van de Westfjorden naar Snæfellsnes. We hebben dus nog een middagje om ons te vermaken en die spenderen we met het rijden van een prachtig route van kleine fjorden net ten noorden van Patreksfjörður. Ook hier vergapen we ons aan mooie uitzichten, watervalletjes en vissersdorpjes. Het is het laatste stukje van de provincie die we ontdekken en we weten nog steeds niet wat we nu het mooiste vonden. De gigantische fjorden in het noorden, de pittoreske dorpjes in het westen of de kliffen in het zuid-westen; het is allemaal prachtig. Ook de onvoorstelbare rust in de Westfjorden is een warm bad, omdat er erg weinig toeristen zijn.

Wat we wel zeker weten is dat we nog een tweede ontmoeting hebben met een poolvos! Want waar iedereen meent dat het bijna onmogelijk is ze in het wild te spotten, doen wij dat gewoon twee keer in een paar dagen. Deze spotten we vanuit de auto en hij zit vlakbij de waterkant, tussen de rotsen. Als het laagwater is gaan ze vaak langs de kustlijn jagen om watervogels te vangen. Simone stopt de auto en pakt haar camera. Als hij doorheeft dat we hem zien duikt hij ineen tussen de rotsen. Hij schreeuwt niet en voelt zich dus niet perse bedreigd, maar vindt het duidelijk wel spannend. We maken dus maar een paar foto’s, en laten hem dan gauw met rust zodat hij een veiliger en rustiger heenkomen kan zoeken.

Als het tijd is om in te schepen rijden we naar Brjánslækur. De storm is echt wel weer gaan liggen, maar de golven zijn nog steeds erg hoog. Op de boot slaan de golven af en toe tegen de ruiten en we hebben behoorlijk veel deining. Niet iedere opvarende weet alles binnen te houden, maar wij komen er gelukkig zonder kleerscheuren doorheen. De veerboot brengt ons in zo’n 2,5 uur naar Stykkishólmur op het schiereiland Snæfellsnes. Hier hebben we goede herinneringen liggen, maar het enige wat hier niet lukte was walvissen spotten. Dat gaan we dus nog maar eens proberen..


  • 27 Mei 2023 - 13:13

    Gerda :

    Indrukwekkend wat jullie allemaal meemaken daar in IJsland, nog hele fijne dagen daar gewenst !

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Simone

Ik ben journalist. Wanneer mijn vriend en ik vakantie hebben, gaan we het liefst een nieuwe plek ontdekken. We reizen dan rond, vaak zonder vastgelegde plannen, en bloggen over alles wat we tegenkomen.

Actief sinds 25 Mei 2013
Verslag gelezen: 191
Totaal aantal bezoekers 30020

Voorgaande reizen:

14 Mei 2023 - 26 Mei 2023

Tweede kans IJsland

13 Oktober 2019 - 27 Oktober 2019

IJsland, land van vuur en ijs

22 Januari 2019 - 08 Maart 2019

Backpacken door Argentinië, Bolivia en Peru

17 November 2018 - 24 November 2018

Ierland

11 September 2016 - 29 September 2016

Dominicaanse Republiek

23 Juni 2014 - 19 Juli 2014

Vietnam

30 Mei 2013 - 14 Juni 2013

Marrakech - werken en bijtanken

23 Mei 2013 - 27 Mei 2013

Londen UEFA

Landen bezocht: