
5 Hollanders en een Boliviaan zaten in een jeep...
Door: Harald
Blijf op de hoogte en volg Simone
20 Februari 2019 | Bolivia, Sucre
Als je twee dagen op de rug van een paard hebt gezeten, voel je dat nog steeds wanneer je in je bed ligt. Vooral wanneer ik dan wakker wordt en opsta, moet ik me als een ouwe man uit bed vouwen. Pas als mijn spieren warm worden onder de douche, beweeg ik weer wat soepeler en denk ik met een goed gevoel terug aan de trip en aan Bert.
Veel tijd om te mijmeren is er niet, want zoals Simone eerder vertelde gaan we alweer vroeg op stap vandaag. We hebben een trip geboekt naar het uiterste zuidwesten van Bolivia. We gaan van Tupiza naar Uyuni via het nationaal park wat daar min of meer tussenin ligt.
We gaan met z’n zessen op stap. Onze chauffeur heet Luís. Verder bestaat het gezelschap puur uit Nederlanders; onze medereizigers Ellen en Matthé, zestigers uit Nijmegen en Sara, onze gids die we na een paar dagen liefkozend Saar zijn gaan noemen.
Om 07:30 rijden we weg en zetten koers naar de bergen. De eerste dag is gelijk de langste, want we hebben 350 kilometer voor de boeg. Dit gaat over onverharde modderpaden die zich langs de bergen omhoog kringelen. De eerste stop is een uitkijkpunt over het dal waar we net uit zijn gekomen. We spotten hier al wilde lama’s, de eersten van velen. Al vrij snel op de route komen we erachter dat werkelijk alles hier door elkaar loopt. We zien natuurlijk geiten en schapen, maar ook inheemsen zoals vicuña’s, een soort hertachtige lama’s, en biscatcha’s, welke meer lijken op een kruising tussen een eekhoorn en een uit de kluiten gewassen konijn.
We komen aan bij het Laguna Morijon, welke zijn naam dankt aan de stank die hij verspreid. Dit wordt veroorzaakt door de grote hoeveelheid zwavel in het meer. We worden gewaarschuwd door Saar, “niet in het meer gaan staan met je schoenen, want dan stinken we straks de auto uit!”
Daarna rijden we nog een klein stukje naar Pueblo Fantasma. Dit is een dorpje wat een tragische geschiedenis kent. Toen de Spanjaarden arriveerden was het land in handen van de Inca’s, die niet wisten op wat voor letterlijke goudmijn ze zaten. De Spaanse ontdekkers hadden dit wel door en veroverden het gebied na een bloedige strijd. Daarna bouwden ze het dorp voor de inheemse bevolking die werd geronseld om te werken in de mijnen, meestal tot men er letterlijk bij neerviel. Toen de mijnen niets meer opleverden en westerse ziekten de bevolking meermaals zwaar hadden getroffen werd het dorp verlaten.
Vele jaren later lopen wij hier dus rond op 4600 meter hoogte. Het dorp biedt een spookachtige aanblik, zeker als we het onweer horen rommelen als we afdalen in een van de mijnen.
Niet veel verder hebben we nog een mijlpaal, het hoogste punt van de dag op 4835 meter. Dat is ook wel een foto waard. Dan moeten we toch nog wel een flink stuk afleggen, en de duisternis is al lang en breed gevallen als we aankomen bij ons ‘hotel’. Het heeft meer het gevoel van een schoolkamp, maar het is gezellig dus het geeft niet. We delen de kamer met Ellen en Matthé, wie gelukkig erg makkelijke roomies zijn.
Saar en de meegereisde kok Maria sloven zich uit voor een heerlijk maaltje, en het licht gaat op tijd uit in onze hoogste slaapplaats (Quetana Chico, 4200m) van de hele reis.
11-02
Het motto van deze trip luidt ‘Vroeg uit de veren’, want opnieuw gaat de wekker op tijd en strak om 07:00 zet Luís de 4WD in beweging; 300 kilometer aan modderpaden voor de boeg.
Vandaag gaan we een aantal bijzondere dingen zien. Zo beginnen we met een tweetal meren die bekend staan om de grote populatie aan flamingo’s die er leven. Het weer heeft geen beste start gemaakt en de soms striemende regen of hagel zorgt ervoor dat we niet veel de auto uitgaan in het begin van de route, mede gevoed door het feit dat de flamingo’s het hier ook af laten weten. Die hadden vast ook geen zin in een nat pak.
We rijden door naar de ‘Desierto de Dali’, welke zijn naam dankt aan de prachtige vergezichten naar het gebergte erachter. We maken wat mooie én grappige foto’s hier en genieten van het weidse uitzicht voordat we doorrijden naar Laguna Verde en Blanco. Dit zijn twee meren die naast elkaar liggen en door de hoeveelheid erts en mineralen wit en groen kúnnen kleuren. Ik zeg met nadruk kunnen, want je raadt het al; wij zien weinig kleur. Wind en regen hebben grote invloed op hoe ‘mooi’ de meren zijn. Ondanks dat brengen we er flink wat tijd door, want de setting met de omliggende vulkanen zoals de Cerro Juriques is alsnog prachtig.
Vlak voor de lunch hebben we nog een leuke stop, de thermale baden. We poedelen een minuut of 20 in het heerlijk natuurlijk warme water. Helaas slaat hierna bij ons beiden de gezondheid wat om; de hoogte, het dagenlang hobbelen in de auto of op paarden en nu ineens het warme water. Saar had al gezegd dat dit niet altijd een gelukkige combinatie is. We eten toch zo veel als we kunnen, want de dag is nog lang. Simone knapt een beetje op van de pijnstillers, ikzelf voel me de rest van de dag niet bijzonder jofel meer.
Toch kunnen we nog genieten van de middag. Het fysieke hoogtepunt van onze reis volgt direct na de lunch. We stijgen tot een duizelingwekkende 5218 meter boven zeeniveau. Hier zien we enorme actieve geisers in het berglandschap, maar moeten we ook oppassen; de hoogte in combinatie met de zwavelgassen kan vervelende bijwerkingen hebben, dus blijven we niet langer dan een kwartiertje. Langer willen we ook niet, want het lage zuurstofgehalte in de lucht beneemt ons al snel de adem.
Als laatste bezoeken we het Laguna Colorado. Ook dit meer is gekleurd door de natuurlijke elementen, rood ditmaal, en dit keer wel prachtig te zien. Daarnaast zitten er enorme groepen flamingo’s in dit meer die we fotograferen. De onweersbuien die ons aan alle kanten omringen maken de sfeer nog mystieker tijdens onze wandeling van een uurtje.
Als we aankomen in Villa Mar, onze slaapplaats van vandaag, duik ik beroerd mijn bed in. Met een flinke dosis pijnstillers, soepjes en goede zorgen van Simone krijg ik mijn combinatie van migraine, hoogte- en wagenziekte eronder. Ik sluit zelfs nog even een uurtje aan bij de groep, maar iedereen is afgedraaid van de lange dag en opnieuw slapen we op tijd.
12-02
Na de mindere dag van gisteren ben ik benieuwd hoe het gaat als ik wakker wordt, maar dat valt alleszins mee. Een goeie nacht slaap heeft wonderen gedaan en ik word als een van de eersten wakker. Die mogelijkheid benut ik om een warme douche te pakken, een unicum in dit soort onderkomens. Ook Simone voelt zich weer kiplekker, dus we kunnen er weer tegenaan.
Het mindere nieuws van de dag is dat we moeten gaan afwijken van de geplande route. De overvloedige regenval heeft ervoor gezorgd dat een deel van de af te leggen weg onbegaanbaar is. Het betekent niet dat we highlights gaan missen, maar wel dat we een flinke omweg moeten maken.
We vertrekken om 08:00 die ochtend en al snel moet Luís alle zeilen bijzetten. We blijken niet voor niks een andere kant op te moeten want de wegen zijn soms echt slecht. Gelukkig is de ervaren Boliviaanse chauffeur niet voor een kleintje vervaard en hebben we de beschikking over een krachtige Toyota Landcruiser, die met deze omstandigheden wel raad weet. Toch blijft het af en toe spannend om over de passen te glibberen en door riviertjes te moeten rijden.
We komen die dag langs een aantal mooie rotsformaties waar we tussendoor rijden en soms eventjes stoppen. De eerste langere stop is het Laguna Negro, en zoals je al zou verwachten; het meer is zwart gekleurd door de natuur. Ondanks dat we al wat van dit soort meren zagen, heeft het hier wel wat extra’s. De rotsen torenen hoog boven het water uit en de sfeer is rustgevend, ondanks dat we er met best wat mensen tegelijk zijn.
Niet veel verder ligt een enorm ravijn, de ‘Anaconda’ genaamd. Deze naam komt door de rivier die in de diepte kronkelt en iets weg heeft van een slang. De afgrond is honderden meters diep en niet iedereen waagt zich richting de rand. Wij durven wel en worden beloond met prachtig uitzicht. Een eind verderop stoppen we met 3 auto’s tegelijk aan de oever van een riviertje. De koks hebben die ochtend de lunch al geprepareerd en die eten we op als picknick midden in de weidse natuur.
Hierna volgt door de wegafsluitingen een lange rit naar onze bestemming van vandaag, het dorp Colchani. Onderweg stoppen we nog één keertje bij het Cementario del Trenes. Hier staan sinds halverwege de vorige eeuw buiten gebruik gestelde goederentreinen. Sinds veel mijnen opdroogden werden de treinen niet meer gebruikt en hier gedumpt. Inmiddels heeft weer en wind zijn werk gedaan en biedt het een duistere aanblik. Toch is het mooi om er overheen te lopen en biedt het de mogelijkheid tot het maken van mysterieuze foto’s.
Dan rijden we naar Colchani, wat grenst aan het gebied wat het echte doel vormt van deze trip; de zoutvlaktes, of salar van Uyuni. We komen bijtijds aan, dus Luís biedt aan ons even mee te nemen voor een voorproefje. Normaal zouden we de volgende ochtend pas gaan, maar omdat er nu nog tijd is, krijgen we een sneak preview.
Nu is het zo dat de salar het grootste deel van het jaar kurkdroog is. Zover het oog reikt zie je dan de spierwitte vlakte en dit biedt een prachtige aanblik. Wij treffen het anders, want ook hier heeft de regenval voor een ander plan gezorgd. De vlakte is namelijk volledig bedekt met water, enkeldiep. Omdat nu ook de wind de kop opsteekt lijkt het eigenlijk niets anders dan een enorm meer. Duidelijk wordt wel dat ook de volgende ochtend dit bad nog niet verdwenen gaat zijn. We hopen dus maar dat de omstandigheden de volgende ochtend helder en windstil zijn, zodat het water een mooi spiegelend effect gaat geven.
We keren terug naar ons verblijf, welke grappig genoeg volledig is opgetrokken uit zout. De muren, de tafels, de banken. Zelfs de bedden staan op grote zoutblokken en de vloer ligt bedekt met zoutkorrels. Het eten uit deze keuken kán simpelweg niet flauw van smaak zijn.
Na een lekkere maaltijd besluiten Simone en ik de gidsen, chauffeurs en kokkin in het zonnetje te zetten na al dat harde werk en trakteren op een rondje. Bij dat ene rondje blijft het wel, want de wekker gaat morgen héél vroeg!
13-02
Zoals beloofd gaan we vanochtend opnieuw naar de salar, en omdat het schouwspel van zonsopkomst hier prachtig moet zijn doen we dat vroeg, om 05:30 rijden we weg.
Het water staat dus nog steeds enkeldiep, maar voor de mooiste foto’s moeten we toch een beetje lijden. Ondanks dat Simone net voor vertrek nog aan onze slippers dacht, is het water ijs- en ijskoud aan onze voeten.
Na verloop van tijd voelt het beter, maar er zijn er niet veel die zich in het water wagen. We krijgen gelukkig wel de mogelijkheid om de prachtige zonsopkomst vast te leggen. Onze gebeden zijn verhoord, want de wind is gaan liggen en de wolken laten zich nauwelijks zien. Het is een plaatje!
Na dit natuurschoon rijden we richting een groot gebouw wat midden op de vlakte staat. Dit blijkt het niet meer als zodanig gebruikte, allereerste zouthotel te zijn, waar we lekker ontbijten. Als we weer de auto instappen nemen wij het muzikale heft in eigen handen. De gehele trip hebben we naar de favorieten van Luís geluisterd, want de chauffeur is ten slotte de baas. Na 4 dagen Argentijnse en Boliviaanse Gaucho-muziek, waar niks mis mee was, zetten we de auto op z’n Hollands op z’n kop. André Hazes, Bløf, Acda & de Munnik en anderen komen voorbij. Op het hoogtepunt begint Luís enthousiast mee te swingen met Kedeng-kedeng. De ietwat vulgaire context aan het eind van het nummer blijkt hem niet te ontgaan...
Hierna is het tijd voor nog iets leuks; perspectieffoto’s. De vlakte, droog of nat, leent zich door de leegte heel mooi voor het maken van grappige foto’s in perspectief. Zo maken we foto’s van een enorme reus Luís die de auto aanvalt met ons erin, of een foto waarin een kleine ik op de enorme hand van Simone sta en ik haar op de wang kus. Ook brengen Saar en Simone een eerder ontstaan idee ten uitvoering. Ik film ze samen ‘hand-in-hand’ zingend. Een stukje wereldwijde Feyenoord-clubliefde!
De trip zit erop. Na de lunch brengen Luís en Saar ons naar Uyuni. We wisselen knuffels en telefoonnummers uit, want er is een goeie band ontstaan de afgelopen dagen. Het is niet niks om 24 uur per dag op elkaars lip te zitten en zelfs je slaapruimte te delen, als je elkaar in eerste instantie niet eens kent. We hadden het veel slechter kunnen treffen dan met Ellen en Matthé. Door ons allemaal wat flexibel op te stellen hebben we 4 fijne dagen gehad, en met Saar hadden we een gids om van te dromen!
Daarnaast moeten we nog meer mensen in het bijzonder bedanken want deze trip was een cadeau van Koos en Irene, nog voor onze beider verjaardagen. We hebben echt een bijzonder cadeau hiermee gehad en iets waar we nog lang aan terug gaan denken.
In Uyuni nemen we even de tijd om bij te komen. We laten wat kleding wassen van de paardrijtrip en van de afgelopen dagen en relaxen wat. In de avond spreken we af met Mahesh, een Brit die we vaak tegenkwamen op de trip en waar we mee aan de praat raakten. We eten samen wat en denken terug aan de mooie trip die we hadden. We houden het niet zo lang meer vol en vallen al snel om, moe van alle belevenissen.
14-02
Vandaag staat weer eens in het teken van keuzes. We hebben al door dat Uyuni geen plek is om lang te blijven. De keuze valt op Sucre, de hoofdstad van Bolivia op ongeveer 8 uur rijden. Samen met Mahesh besluiten we dat we gedrieën die kant op reizen en daar een appartement delen.
We nemen de bus van 11:30 en dit blijkt geen enorme luxe. De dame van de busmaatschappij vertelt ons echter dat we halverwege, in Potosí, overstappen op een luxere touringcar. Wat hiermee misging weten we nu nog niet, maar de tweede bus werd niet meer dan een krakkemikkige lokale roestbak. We houden het vol zonder tussenstops voor toiletbezoek en met weinig comfort, maar het is een beproeving. In Sucre ligt het appartement niet al te ver van het busstation af. Wat de kaart er helaas niet bij verteld is dat het laatste deel van de straat heel steil omhoog loopt. Dat is best een uitdaging op bijna 3000 meter hoogte!
We worden gelukkig beloond met een prachtig uitzicht over de stad vanaf ons dakterras en een luxe appartement. Dat is een verademing na alle Spartaanse omstandigheden op de trip! Met een lekker maaltje kip achter de kiezen zijn we afgedraaid voor vandaag. De volgende dagen worden vast suikerzoet in Sucre.
-
24 Februari 2019 - 03:04
Koos Vogel:
Mooi verslag van een bijzondere tocht! -
24 Februari 2019 - 03:42
Johan:
Wat een avontuur weer H&S.
Voor alle nieuwsgierige lezers: hoe is de temperatuur op 4 a 5 km hoogte?
-
24 Februari 2019 - 13:00
Simone Vogel:
Ha Johan, dat hangt er heel erg vanaf wat de omstandigheden zijn. Als je in de zon staat warmt het heel snel op en kun je zo in je T-shirtje staan, terwijl je een kilometer verderop in de regen staat en de temperatuur rond het vriespunt ligt. We hadden in elk geval veel laagjes aan zodat we veel konden afwisselen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley